Analyse omgeving:
Tekening 1 à het schematische stadium.
In de tekening zijn stereotypen te zien. Er is een blauwe lucht getekend met in de hoek een zon. In het gras staan twee bloemen. Doordat de lucht blauw is (met een zon) en het gras groen, is in deze tekening de duidelijk stereotypering te herkennen. De leerling heeft symbolen ontwikkeld om dingen weer te geven, zoals de bloem. Beide bloemen zien er hetzelfde uit qua vorm.
Omklapping > voeten staan opzij
Ruimte > fase 4 zelfgetekende grondlijn
Ruimte > fase 4 zelfgetekende grondlijn
Tekening 2 à schematische stadium.
In deze tekening zijn ook duidelijk de stereotypen te herkennen. De lucht is blauw en de omgeving is groen. In de hoek is een zonnetje getekend. Het huisje is ook schematisch weergegeven. Het is een vierkant met daarop een driehoekig rood dak. Het raam is opgedeeld in vier kleinere vierkantjes.
De verhoudingen in deze tekening zijn realistisch. Als je de mensfiguren met de maat van de huisjes vergelijkt zie je dat de leerling inzicht heeft in het gebruiken van verhoudingen. Op de tekening zijn de poppetjes aan het schaatsen, zij dragen handschoenen, mutsen en sjaals. Hieraan kun je zien dat deze tekening realistisch is. Ook de sneeuwpop en de huisjes zijn realistisch getekend. Er hangen ijspegels aan het dak van het huisje. Ook is er gebruik gemaakt van verschillende perspectieven doordat de auto achter het huis staat.
Ruimte > fase 4 zelfgetekende grondlijn
Tekening 4 à schematische stadium.
In deze tekening is de lucht helemaal blauw getekend en in de hoek is een zon getekend (stereotypering). De luchtballon en het mandje zijn niet realistisch getekend doordat de ballon overloopt in het mandje. Het kleurgebruik is standaard, door de hele blauwe lucht.
Ruimte > fase 2 alles zweeft (omdat het een luchtballon is)
Analyse mensfiguren:
Tekening 5 à schematisch stadium.
Het mensfiguur op de tekening klopt niet in verhouding. Het hoofd is te groot en de nek is te smal in vergelijking met het lichaam van het figuur. Het figuur is helemaal stijf getekend, er zit geen beweging in. Ook de verhoudingen van het lichaam kloppen niet helemaal.
Ruimte > fase 2 het figuur zweeft
Omklapping > de handen zijn omgeklapt
Tekening 6 à schematisch stadium.
Het mensfiguur is niet goed in verhouding getekend. De handen zijn onrealistisch en het hoofd is aan het lichaam geplakt. De handen hebben teveel vingers en de vingers zijn niet goed aan de hand getekend. Ook de benen lopen niet goed door in het lijf.
Ruimte > fase 3 onderrand is grondlijn
Omklapping > de handen en voeten zijn omgeklapt
Tekening 7 à schematisch stadium.
Het mensfiguur is getekend met allemaal rechte vormen. De verhoudingen zijn onrealistisch, de armen zijn bijvoorbeeld veel te breed. Het figuur heeft geen handen en geen nek. Ook zit er geen beweging in het poppetje.
Ruimte > fase 2 het figuur zweeft
Omklapping > de voeten zijn omgeklapt
Tekening 8 à schematisch stadium.
De verhouding van het mensfiguur kloppen niet. Het hoofd is veel te groot in verhouding met het lichaam en de armen en benen zijn te kort. Er zit ook geen beweging in het figuur. Het gezicht is niet volledig en de oren zijn veel te groot.
Ruimte > fase 3 onderrand is grondlijn
Omklapping > de handen en voeten zijn omgeklapt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten